Regelmatig de toiletpot controleren op geur, kleur, consistentie, structuur en onverteerbare voedingsresten is een heel goed idee. Waarom? Een slechte spijsvertering geeft vervelende klachten zoals een opgeblazen buik, buikpijn, diarree of obstipatie. Hoe je ontlasting eruitziet zegt dus heel veel over de vertering van voedsel en dus jouw gezondheid. Je kunt dit zelf heel makkelijk elke dag in de gaten houden.
Hoe is de kleur van je ontlasting?
- Bruin: Normale ontlasting heeft meestal een bruine kleur door de aanwezigheid van bilirubine, een stof die vrijkomt bij de afbraak van rode bloedcellen in de lever, dit komt via de gal in de ontlasting terecht om het lichaam te verlaten.
- Klei: Dit kan wijzen op een probleem met de galwegen, zoals galstenen of een blokkade, omdat gal de ontlasting zijn bruine kleur geeft.
- Geel: Gele, olieachtige ontlasting kan een teken zijn van vetverteringsprobleem, vaak als gevolg van aandoeningen zoals pancreatitis of coeliakie.
- Groen: Dit kan optreden bij diarree, omdat de ontlasting te snel door de darmen beweegt en de gal geen tijd heeft om volledig afgebroken te worden. Groen kan natuurlijk ook komen door het eten van veel groene groente.
- Zwart: Dit kan wijzen op bloedingen in het bovenste deel van het spijsverteringskanaal, zoals een maagzweer. Het kan ook komen door het gebruik van ijzersupplementen of bepaalde voedingsmiddelen.
- Rood: Dit kan wijzen op bloedingen in het onderste deel van het spijsverteringskanaal, zoals aambeien of diverticulitis. Het kan ook veroorzaakt worden door bepaalde voedingsmiddelen zoals bieten.
Consistentie en Vorm
Normale ontlasting is zacht, maar goed gevormd en gemakkelijk uit te scheiden. De Bristol Stool Chart is een veelgebruikt meetinstrument voor de ontlasting.
- Type 1-2: Hard en klonterig, wat kan wijzen op constipatie.
- Type 3-4: Als een worst of slang, met een gladde of gekartelde oppervlak; dit wordt als normaal beschouwd.
- Type 5-7: Zachte klontjes of waterig, wat kan wijzen op diarree.
De geur
Alle ontlasting heeft een geur, maar een zeer sterke of vieze geur kan wijzen op een spijsverteringsprobleem, zoals een verstoorde vet vertering of een infectie. Een erg zoete geur kan soms voorkomen bij infecties met clostridium.
Hoe vaak ga je naar het toilet?
Dit is voor iedereen anders en dit kan variëren van drie keer per dag tot drie keer per week. Consistentie is belangrijker dan frequentie; grote veranderingen kunnen wijzen op een probleem.
Let op andere bijzonderheden?
Een kleine hoeveelheid onverteerd voedsel in de ontlasting is normaal, maar grote hoeveelheden kunnen wijzen op problemen met de spijsvertering of absorptie. Bloed of slijm kan wijzen op bloeding ergens in het spijsverteringskanaal, terwijl slijm kan wijzen op ontstekingen in de darm en dus op inflammatoire darmziekten zoals colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn. Als je slijm en/of bloed in de ontlasting ziet, neem dan contact op met je huisarts.
Hoe verloopt de vertering van voedsel?
De spijsvertering wordt geregeld door verschillende organen en enzymen. Voor een goede spijsvertering werken al deze dingen goed met elkaar samen. Enzymen werken als een schaar en knippen grotere voedseldeeltjes op in kleinere stukjes zodat ze makkelijker verteerd en opgenomen kunnen worden.
Laten we eens verder kijken naar de VET vertering
Vet is een belangrijke bouwstof voor ons. Ze geven ons duurzame energie, een goede verzadiging, zijn een belangrijke bouwstof van onze lichaamscellen en hormonen, ze zorgen voor een goede opname van vitamines en voor een goede hersenfunctie. Bovendien houden ze ons warm, beschermen onze organen en geven ze SMAAK aan eten.
Best wel belangrijk he? Het is niet alleen zaak om voldoende vetten te eten, je moet ze ook goed kunnen verteren.
Van mond tot kont
De vetvertering begint in de mond, waar voedsel wordt gekauwd en gemengd met speeksel. Het speeksel bevat voornamelijk enzymen die koolhydraten afbreken (amylase), maar daarnaast is kauwen natuurlijk heel belangrijk voor de rest van de spijsvertering omdat voedsel goed fijn gemalen en gemengd moet worden.
Daarna reist de voedselbrij door de slokdarm naar de maag. In de maag wordt voedsel gemengd met maagzuur en enzymen. Hier start meteen de vertering van eiwitten door het enzym protease. Er wordt ook een klein deel van de vetten afgebroken door het enzym (maag)lipase. Dit enzym werkt echter slechts in beperkte mate, omdat het maagzuur vooral eiwitten afbreekt en de pH-waarde niet ideaal is voor vetvertering, het milieu is te zuur. Hierna komt de voedselbrij in de dunne darm terecht en het grootste deel van de vetvertering vindt hier plaats. Hier komen gal en de enzymen van de alvleesklier in het spel.
Gal, geproduceerd door de lever en opgeslagen in de galblaas, wordt uitgescheiden in de dunne darm en de galzouten zorgen voor het emulgeren van vetten. Emulgeren betekent dat grote vetdruppels worden opgedeeld in kleinere druppels, waardoor de oppervlakte voor enzymatische actie wordt vergroot. De alvleesklier (pancreas) scheidt enzymen uit, waaronder lipase, die verantwoordelijk zijn voor de verdere afbraak van geëmulgeerde vetten in vrije vetzuren en monoglyceriden. Deze kleinere moleculen kunnen gemakkelijker worden opgenomen door de darmcellen.
De geëmulgeerde vetten worden opgenomen door de cellen van de dunne darmwand (enterocyten). Binnen deze cellen worden de vrije vetzuren en monoglyceriden opnieuw omgezet in triglyceriden en verpakt in lipoproteïnen, genaamd chylomicronen. Deze chylomicronen worden via het lymfestelsel naar de bloedbaan getransporteerd.
Eenmaal in de bloedbaan worden de triglyceriden in de chylomicronen door het hele lichaam verspreid voor energieproductie of opslag. Spieren en andere weefsels gebruiken vetzuren als brandstof, terwijl overtollige vetten worden opgeslagen in de lever en vetweefsel voor later gebruik.
Wat kan er mis gaan in vetvertering?
De vetvertering is een complex proces dat afhankelijk is van een heleboel dingen die goed met elkaar moeten samen werken. Het goed functioneren van verschillende organen en enzymen, en de samenwerking daarvan is belangrijk voor een goede spijsvertering. Er kunnen problemen ontstaan met de gal, de alvleesklier, de darmen, de enzymen en zelfs met de lymfe. Wanneer er problemen optreden in een van deze stappen of organen dan kan dit leiden tot een verminderde vertering en opname van voedingsstoffen.
Symptomen van vetverteringsproblemen
Wanneer de vetvertering verstoord is, zal je dit merken snel merken aan je ontlasting. Dit merk je aan verschillende symptomen.
- Buikpijn en opgeblazen gevoel
Deze symptomen kunnen optreden door onverteerde vetten in het spijsverteringskanaal. De onverteerde voedselresten moeten de spijsvertering verlaten en het lichaam geeft dan een signaal af dat de spijsvertering niet goed meer werkt.
- Steatorroe/vetdiarree
Dit is de aanwezigheid van overtollig vet in de ontlasting, waardoor de ontlasting volumineus, bleek en vettig kan zijn. De ontlasting blijft ook vaak drijven. Door een ontlastingonderzoek kan dit eventueel aangetoond worden.
- Gewichtsverlies
Logischer wijs kan onvoldoende vetabsorptie leiden tot onbedoeld gewichtsverlies. De vetten worden niet goed verteerd en er worden te weinig vetten opgenomen uit de voeding voor een gezond lichaam/gewicht.
Voedingstekorten
Vetten zijn essentieel voor de opname van in vet oplosbare vitamines (A, D, E en K). Wanneer er te weinig vetten worden verteerd kunnen er ook tekorten ontstaan in deze vet oplosbare vitamines. Tekorten aan deze vitamines kunnen leiden tot diverse gezondheidsproblemen, zoals slechte nachtvisie, osteoporose, bloedingsproblemen en neurologische symptomen.
Wat kun je er aan doen?
Opzoek gaan naar de oorzaak van deze symptomen is heel belangrijk. Functioneert de alvleesklier goed, of zijn er misschien galstenen aanwezig? Daarnaast kun je je lichaam ondersteunen met het eten van de juiste voedingsmiddelen en het toevoegen van het juiste enzym complex. Dit geeft vaak al verlichting van de klachten.
Bittere groenten zoals broccoli, kolen, boerenkool, spruitjes, bloemkool, spinazie, snijbieten, sla, waterkers, groene bonen, tuinerwten, artisjok, rode en gele pepers, selderij, avocado, pompoen, komkommer, meloen, witlof hebben een goede invloed op de lever en gal door de aanwezige bitterstoffen. De spijsvertering is complex en ik doe geen medische uitspraken over de werking hiervan. Het artikel is puur informatief bedoeld.
Heb je klachten en wil je eens onderzoeken wat ik voor je kan betekenen neem dan contact voor een gratis en vrijblijvende kennismaking.